Gisteren is een conceptwetsvoorstel ter consultatie gepubliceerd dat onder meer maatregelen bevat om de vermogensrechtelijke positie van minderjarige kinderen beter te beschermen.
Hieronder volgt een selectie van de voorstellen die betrekking hebben op het erfrecht.
Het gehele vermogen van het kind moet worden beschreven bij een erfrechtelijke verkrijging
Voorgesteld wordt om te regelen dat wanneer een minderjarige vermogen krachtens erfrecht verkrijgt, de ouder verplicht wordt een beschrijving van het gehele vermogen van het kind op te maken en in te dienen bij de griffie van de Rechtbank. Omdat de beschrijving ziet op het gehele vermogen van het kind kan deze dus meer betreffen dan alleen de beschrijving van de erfrechtelijke verkrijging. Voor de voogd bestaat deze verplichting al (zie artikel 1:342 lid 1 BW). Ook de huidige verplichting tot het opstellen van een boedelbeschrijving als een minderjarige een vordering krijgt krachtens een wettelijke verdeling blijft van kracht (artikel 4:16 lid 2 BW). Het is nu gangbare praktijk dat de langstlevende echtgenoot een brief van de griffie van de Rechtbank ontvangt met het oog op het maken van een boedelbeschrijving in het kader van de wettelijke verdeling. Ook de notaris zal in het geval van een verklaring van erfrecht de langstlevende informeren over de verplichting een (boedel)beschrijving op te maken.
Termijn voor het inroepen van de legitieme portie en van de som ineens worden verlengd
Verder wordt voorgesteld om de termijn voor het beroep op de legitieme portie en voor de som ineens van artikel 4:35 BW (verzorging/opvoeding/levensonderhoud/studie) te verlengen.
Voor een minderjarige legitimaris vervalt de mogelijkheid om aanspraak te maken op de legitieme portie vijf jaar na het bereiken van de meerderjarigheid [doorgaans bij 23e verjaardag]. Voor wat betreft de som ineens wordt voorgesteld om de huidige termijn van 9 maanden na het overlijden te verlengen naar het moment dat het kind de leeftijd van 21 jaar bereikt.
Let op: (voor de som ineens als bedoeld in artikel 4:36 BW (arbeid) wordt de termijn niet verlengd).
De belangen van de minderjarigen die ten gevolge van de huidige vervaltermijnen hun aanspraken verloren kunnen zien gaan, wegen zwaarder dan het belang van de andere belanghebbenden bij een snelle afwikkeling van de nalatenschap en bij rechtszekerheid.
Erfgenamen dienen rekening te houden met de mogelijkheid dat een kind op een later moment aanspraak maakt op zijn rechten. De notaris kan de erfgenamen hierover informeren.
Erfrechtelijke verkrijgingen van minderjarigen moeten op een BEM-rekening worden gestort
Voorgesteld wordt dat de erfrechtelijke verkrijging van een minderjarige op een bankrekening met een BEM-clausule dient te worden gestort. De ouder kan hierdoor enkel over dit geld beschikken na een machtiging van de kantonrechter. De kosten van de hiervoor genoemde inventarisatie van het vermogen van de minderjarige moeten door de ouder(s) worden betaald. Wel komen deze kosten ten laste van de erfrechtelijke verkrijging van de minderjarige. Voor de bestrijding van deze kosten is derhalve een machtiging van de kantonrechter nodig.
https://www.internetconsultatie.nl/beschermingvermogenfamilierecht/b1
bron: Notamail Sdu 11 maart 2025 (www.sdu.nl)